Zondag 11 november vieren we avondmaal. Het lijkt erop dat avondmaals-zondagen minder goed bezocht worden dan gewone zondagen. Hoe zou dat komen? Misschien zegt iemand die dan niet komt: “Ik heb er geen behoefte aan.” Terwijl anderen die wel komen mogelijk zeggen: “Omdat
ik daar behoefte aan heb.” In beide gevallen wordt dus een bepaald gevoel als reden gegeven: “Ik verlang wel, ik verlang niet. Het zegt me veel, of het zegt me weinig.” Nu is wat wij voelen wel belangrijk, maar is het ook doorslaggevend? Want als het erop aankomt vieren wij de maaltijd des Heren niet in de allereerste plaats omdat wíj er al dan naar uitzien, maar omdat de Here Jezus er naar uitziet! Mag ik dat uitleggen?

Op de donderdag voorafgaand aan zijn sterven zit Jezus met zijn discipelen in een bovenzaal in Jeruzalem om Pesach, het joodse paasfeest te vieren. Tijdens die maaltijd stelt Jezus het avondmaal in om zijn dood te gedenken. Voordat ze gaan eten zegt Jezus, en daar gaat het me om: “Ik heb vurig verlangd dit Pesach met u te eten!” Jezus zegt dus dat Hij er hevig naar uitziet. Verlangen zijn discipelen naar die maaltijd? Daar staat niets van.
Het zou wel fijn zijn, maar dan nog: het avondmaal houden wij kennelijk
niet in de eerste plaats omdat wij daar zo naar verlangen, maar omdat Christus daarnaar verlangt. Jezus is de Gastheer. Hij nodigt al zijn discipelen uit.
De twijfelde Thomas, de denker Johannes, de doener Petrus, allemaal.
En dat terwijl ze net daarvoor nog ruzie hebben gemaakt over de vraag
wie de mooiste plek mag hebben in Gods Koninkrijk. Tegen die mensen zegt Jezus dat Hij er naar verlangt om met hen zijn liefde en vergeving
te delen door brood en wijn.

Het is goed om daaraan te denken als we komende zondag in onze kerk avondmaal vieren. Dan verlangt Jezus naar ons. Dat is misschien wel
het belangrijkste motief om te gaan. Je wilt je Heer niet teleurstellen!
Dat je daarnaast natuurlijk ook gaat om gesterkt te worden in het geloof
en in de onderlinge band is duidelijk. Maar het hoofdmotief is de eer van Christus, onze Redder en Heer. Onthoud dat niemand Gods liefde verdient. En dus verdient ook niemand de tekenen van die liefde: brood en wijn.
Het is allemaal genade. Maar klaarblijkelijk verlangt Jezus ernaar ons
die genade te geven. En als dat zo is, dan blijf je toch niet weg?

ds. Koos Staat